Het Oorlogsmonument

Het oorlogsmonument werd in 1921, waarschijnlijk naar aanleiding van 11 november, ter herinnering aan de Brakelse gesneuvelden uit de beide wereldoorlogenn opgericht. Naast de gesneuvelden van de oorlogen 1914-1918 en 1940-1945 staan ook de namen van de afgestorven opgeëisten, politieke gevangenen en burgerlijke slachtoffers. Op de bronzen plaat zien we een afbeelding van een ‘oorlogsonweer’ met op het voorplan een vrouw die angstvallig haar kind beschermd naast de wakende leeuw van België. Aan beide zijden en onderaan het monument staan de namen van de afgestorven oorlogsslachtoffers vermeld.

Het monument werd gemaakt in witte steen naar een ontwerp van kunstschilder Modest Huys, geboren te Olsene in 1874 en overleden te Zulte in 1932. In 1909 huwde hij met Hélène Sonck, dochter van de toenmalige stationschef van Nederbrakel. Toen hij na de Eerste Wereldoorlog dakloos werd mocht hij zijn intrek nemen in het boswachtershuisje van het ‘Toeppark’ van de familie Hoebeke, eigenaars van het frisdrankenbedrijf Top Bronnen in Brakel.

Oorlog 1914-1918

26 namen van omgekomen soldaten (gesneuveld of overleden aan hun verwondingen).

Zie afzonderlijk lijst met namen en gegevens van de overledenen.

Onder hen de namen van de drie gebroeders Roscam:   Jozef, Amedée en René.

Alledrie werden ze in Nederbrakel geboren en sneuvelden tijdens gevechten aan het IJzerfront.

22 namen van omgekomen burgers (Werklozen, Opgeëisten, Weggevoerden).

Zie afzonderlijke lijst met namen en gegevens van de overledenen.

Oorlog 1940-1945

7 namen van omgekomen soldaten (gesneuveld of overleden aan hun verwondingen).

De Block Arthur, De Pessemier Andre, De Staercke Leon, Eeckhout René, Schamp Fritz en Van De Mergel Alfons (Rudolf), Van Twembeke Abert. 

De Block Arthur werd geboren te Chatelineau op 10 november 1909.  Was koolmijner van beroep en woonde aan de Valkenberg te Nederbrakel. Gewond tijdens de Achttiendaagse Veldtocht en op 5 juni 1940 overleden in de Minnewaterkliniek te Brugge. Begraven op de stedelijke Belgische begraafplaats van Brugge (Assebroek) Grraf nr. 131.

De Pessemier André werd geboren te Nederbrakel op 2 november 1913. In afwachting van zijn transport naar Duitsland brengt een grote groep krijgsgevangenen van het 18e Linie de nacht door op de terreinen van de tegelfabriek de Céramique te Maastricht. Onder hen André De Pessemier.  In de nacht daarop (10 mei 1940) worden ze gewekt om colonnes te vormen en te voet en richting Duitsland te marcheren. Aan de Sint-Servaasbrug aangekomen bombarderen Duitse RAF 107 Squadron de brug. André wordt gekwetst afgevoerd naar het hospitaal van Maastricht waar hij 12 mei 1940 komt te overlijden.

De Staercke Leon werd geboren te Nederbrakel op 20 mei 1915. Gekwetst te Vroenhoven tijdens de gevechten aan het Albertkanaal. Overleden aan zijn opgelopen verwondingen in het krijgshospitaal van Maastricht op 15 mei 1940. Begraven op het gemeentelijk ereperk van de gesneuvelden WOII op de gemeentelijke begraafplaats van Nederbrakel.

Eeckhout René werd geboren te Nederbrakel op 22 januari 1919. Op 10 mei 1940 werd René, tijdens de Achttiendaagse Veldtocht, gekwetst door  bombardementen en ‘storingsvuren’ aan de brug van Veldwezelt. Hij werd overgebracht naar het Veldlazaret te Borgloon waar hij op 19 mei 1940 is overleden. Begraven op het ereperk van de gesneuvelden WOII van de gemeentelijke begraafplaats van Nederbrakel.

Schamp Fritz werd geboren te Nederbrakel op 19 oktobor 1907. Gesneuveld te Vroenhoven tijdens de gevechten en storingsvuren aan het Albertkanaal onder de codenaam: ‘The Silent Attack’. Een aanval met zweefvliegtuigen op de bruggen van Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne op 10 mei 1940. Begraven op het ereperk van de gesneuvelden WOII op de gemeentelijke begraafplaats van Nederbrakel.

Van De Mergel Alfons Rudolf werd geboren te Opbrakel op 6 november 1908. Op 30 mei 1940 vertrok uit Walsoorden een konvooi dat uit vier schepen bestond voor deportatie van Belgische krijgsgevangenen naar Duitsland en Oostenrijk.  Het schip, met de naam ‘Rhenus 127’ zat vol met Belgische krijgsgevangenen. Voorbij het vestingsstadje Willemstad (Nl) was er 300 uit de wal een geweldige ontploffing. Het schip was op één van de magnetische mijnen gevaren die de Duitsers er hadden gedropt. Tientallen opvarende verdronken of spoelden mee met de verschillende stromingen van de watergeulen. Naar schatting 200 Belgische militairen, waaronder Alfons Rudolf Van De Mergel, kwamen om. In Willemstad werd er voor de omgekomen Belgische militairen op 29 mei 1950 door Albert De Vleeschauwer, Minister van Binnelandse Zaken (geboren te Brakel),  een oorlogsmonument onthuld.

Van Twembeke Albert werd geboren te Everbeek op 28 september 1916. Albert Van Twembeke sneuvelde op 24 mei 1940 tijdens gevechten aan het Afleidingskanaal (Schipdonkkanaal) te Zomergem (tussen Veldekens en Ronsele). Begraven op het ereperk van de gesneuvelden WOII op de gemeentelijke begraafplaats van Nederbrakel.

2 namen van omgekomen weerstanders (Verzetslieden)

Lambrechts Louis en D’Hose Charles (Karel, Charlie).

Op 19 april 1944, tijdens de middagrecreatie, vielen twee leden van de Gestapo binnen in het klooster van de Broeders Van Liefde te Nederbrakel. Met een list geraakte zij tot bij enkele broeders die naar de B.B.C. -uitzendingen, met berichtgevingen over de oorlogsgebeurtenissen, zaten te luisteren. Hierdoor werden de Broeders door de Duitsers verdacht van medeplichtigheid met de vijand en werden ze onmiddellijk in arrest genomen en naar de gevangenis ‘De Nieuwe Wandeling’ in Gent gevoerd.

Louis Lambrechts (Broeder Cesidius), geboren in 1913 in Wijer wist tijdens die razzia aan de Duitsers te ontsnappen. Hij vluchtte naar zijn familie in het Limburgse Wijer waar hij onderdook. Louis, zijn ouders, broers en zuster waren lid van het Geheim Leger. De familie Lambrechts waren in Limburg de meest gezochte verzetslieden en de vijand deed er alles aan om hen te pakken te krijgen.

Op 29 juni 1944 werd Louis door de Gestapo in het geheime hoofdkwartier van de weerstanders in Zelem overmeesterd en gevangen genomen. Samen met nog een aantal andere verzetslieden werden ze nog dezelfde dag ter dood veroordeeld. Dit vonnis werd daags nadien voltrokken. Louis Lambrechts werd in het geheime executieoord in het gemeentebos te Hechtel terechtgesteld en in de bossen van Hechtel-Eksel begraven. Later werd hij in zijn geboorteplaats te Wijer herbegraven.

Charles (Karel) D’Hose geboren te Estinnesau-Val op 24 december 1924. Hij was student en ongehuwd en had nog een broer en vier zusters.  Zijn vader was rijkswachter en deed vanaf 1933 dienst in de rijkswachtkazerne van Nederbrakel. Karel woonde bij zijn ouders aan de Opbrakelsestraat in Nederbrakel. Hij was goed bevriend met Louis Lambrechts (broeder Cecidius) die in het klooster van de Broeders van Liefde in Nederbrakel verbleef. Na de razzia van de Gestapo in het klooster op 19 april 1944, waarbij Louis Lambrechts wist te ontkomen, vluchtte Karel ook naar Wijer om bij de familie van Louis  Lambrechts onder te duiken. Karel D’Hose ging er ook in het verzet onder de schuilnaam ‘Charlie’. Op 10 juni 1944 sneuvelde hij, bij een vuurgevecht met de Duitsers in de gevangenis van Hasselt. Samen met nog vier andere verzetslieden van het Geheim Leger wisten ze met een list in de gevangenis binnen te dringen. Ze konden er enkele gevangenen bevrijden waaronder leden van de familie Lambrechts. Ze werden echter door de toegesnelde Duitse soldaten omsingeld en konden geen kant meer op. Ze werden alle vijf ter plaatse doodgeschoten. Karel  werd oorspronkelijk begraven in Hechtel-Eksel en herbegraven in Weyer. In 1981 werd zijn stoffelijk overschot, op vraag van de Nationale Strijdersbond van Brakel, overgebracht naar zijn laatste rustplaats op de gemeentelijke begraafplaats van Nederbrakel.

2 namen van omgekomen politiek gevangenen.

Waeyaert Julien en Vunck Charles.

Julien Waeyaert (Broeder Mannes), politiek gevangene, werd geboren te Vladslo in 1892 was broeder van Liefde te Nederbrakel en werd tijdens de razia van 19 april 1944 op het klooser van de broeders gevangen genomen en werd later naar Duitsland gedeporteerd.   Op Overleden op 12 december 1944, tijdens een bombardement op de gevangenis van Essen (Duitsland).

Charles Vunck, politiek gevangene, werd geboren te Nederbrakel op 24 november 1924. Overleden in september 1944 in het concentratiekamp (strafgevangenis) van Gross-Strehlitz  (Duitsland) bij operatie ‘NN’ (“Bei nacht und Nebel”, tussen nacht en nevel). Een speciale strafklasse om verzetsstrijders spoorloos ’tussen nacht en nevel’ te laten verdwijnen. “Nacht und Nevel” wat ‘In het geheim’ betekende was een bevel van Aldolf Hitler om politieke tegenstanders op te pakken en te laten verdwijnen. Strehlitz behoorde tot 1945 bij Duitsland en is nu  Pools grondgebied onder de naam Strzelce.

5 namen van burgers, omgekomen te Nederbrakel op 10 mei 1940 tijdens de bombardement op de Kasteel- en Stationsstraat.

Cruypelinck Mariette, Taildeman,Adrienne  De Maeseneire Zoë, Plaecke Emma en D’Haenens Cordule.

Mariette Cruypelinck, geboren te Nederbrakel op 12 augustus 1923 werkte als fabrieksmeisje in de fabriek ‘Soieries Elite’ van de familie Van Butsele aan de Stationsstraat te Nederbrakel. Tijdens de bombardementen van 10 mei 1940 op de fabriek Van Butsele.

Adrienne Taildeman, geboren te Elst 11 oktober 1922, overleden op 10 mei 1940 tijdens de bombardementen op de Kasteelstraat te Nederbrakel.

Zoë De Maeseneire, (Zuster Arnolda)kloosterlinge, geboren te Maarke-Kerkem op 23 februari 1877. Omgekomen tijdens de bombardement op het klooster van de Zusters van Maria in de Kasteelstraat te Brakel.

Emma Plaecke, leke-helpster,  geboren te Nederbrakel op 9 juni 1881, Omgekomen tijdens de bombardementen op het klooster van de Zusters van Maria in de Kasteelstraat te Nederbrakel.

Cordule D’Haenens, leke-helpster, geboren te Gent op 18 maart 1860. Omgekomen tijdens de bombardementen op het klooster van de Zusters van Maria in de Kasteelstraat te Nederbrakel.

Andere conflicten

2 namen van omgekomen militairen in Korea en Mali

Pieters Marcel en Piens Ronny.

Marcel Pieters werd geboren te Nederbrakel op 15 mei 1928. Tussen maart en juni 1950 waren er herhaaldelijk grensincidenten tussen Noord- en Zuid-Korea. Zuid-Korea zocht hulp bij de verenigde naties en België was een van de 35 landen die gevolg gaven aan de oproep om troepen te sturen onder UNO vlag. Tijdens de oorlog in Korea van 1950-1953 werd er een vrijwilligerskorps opgericht waar Marcel Pieters deel van uitmaakte. Tijdens die campagne sneuvelden er 106 Belgische soldaten. Eén van hen was Marcel Pieters die op 23 april 1951 sneuvelde bij de slag (van 22 tot 26 april 1951 aan de Imjin rivier )  in Idong-Ni. Hij werd naar zijn geboorteplaats Nederbrakel overgebracht en ligt begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Nederbrakel.

Ronny Piens werd geboren te Geraardsbergen op 19 december 1970. Hij was luitenant-kolonel bij de paracommando’s en nam deel aan meerdere buitenlandse operaties. De 44-jarige Ronny Piens overleed  op 7 maart 2015 bij de aanslag op een restaurant-bar in Bamako. Hij werkte in Mali als veiligheidsadviseur bij de Europese Unie. Bij de terroristische aanslag kwamen ook nog een Fransman en drie Malinezen om. Ronny Piens laat een echtgenote en twee kinderen na. Ronny Piens kreeg in de kerk van Nederbrakel een afscheid met militaire eer.  De urne werd bijgezet in het columbarium op het gemeentelijk kerkhof van Nederbrakel.

Menu

Pin It on Pinterest